De laatste dagen; afscheid nemen - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van Famke Wildeman - WaarBenJij.nu De laatste dagen; afscheid nemen - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van Famke Wildeman - WaarBenJij.nu

De laatste dagen; afscheid nemen

Door: Famke de Vries

Blijf op de hoogte en volg Famke

26 Februari 2013 | Oeganda, Kampala

Op de weg terug naar huis is het de hoogste tijd om te schrijven over mijn laatste drie dagen in Uganda. Ik ben afgelopen zondag begonnen met dit dagboekje, en heb t later afgemaakt.

Afgelopen donderdag was de dag van de inauguratie, de opening van alles wat er in de afgelopen jaren door Second Chance Support, de organisatie van m'n ouders, gedaan is in Kigo Prison. We zijn 's ochtends met een taxi naar de gevangenis gegaan. Nog met werkkleding aan en onze mooie kleding mee, want we moesten 's ochtends alle decoratie ophangen. Voor vertrek was er nog een uur regen, maar gelukkig volgde er daarna een mooie dag.
Aangekomen in de gevangenis hebben we vlaggetjes opgehangen en ballonnen opgeblazen. Gelukkig kan je daar makkelijk hulp bij krijgen van een gevangene. Als je er vaker komt, begin je de systemen te zien. Er zijn verschillende methoden. Je kan gewoon om je heen gaan staan kijken, en degene die naar je toe komt, zal je komen helpen. Die is dan ook volgens een onzichtbare hiërarchie gemachtigd om dat te doen. Een tweede methode is om uit te vinden welke gevangene aam het hoofd staat van het stukje waar je op dat moment bent. Dat gaat vrij gemakkelijk, want zo iemand zal er bijna meteen zijn als je de ruimte binnenstapt. De derde methode is op zoek gaan naar de gevangene die helemaal bovenaan de ladder staat (RP Boma), en hem vragen om iemand voor me te regelen. Omdat mijn vader zoveel vertrouwen en respect heeft opgebouwd (omdat er daadwerkelijk heel veel is verbeterd in de gevangenis), is iedereen ook welwillend om te helpen en reageert iemand als de RP Boma ook meteen als ik om iemand vraag.
Tussen het versieren door spreek ik nog even met de gevangene die werkzaam is, dag en nacht want hij slaapt er ook, in het ziekenzaaltje. Het is een bijzondere man, die een speciaal plekje heeft in m'n hart. Eigenlijk zijn er drie mannen met wie ik regelmatig contact heb: de RP Boma, iemand die erg betrokken is bij de computers in de studiezaal, en deze man. Het verschil is dat deze laatste niet in het komende jaar vrij zal komen, de andere twee wel.
Ik vraag hem of hij het leuk zou vinden om met me te schrijven. Zijn antwoord is overduidelijk: als iemand honger heeft, vraag je hem dan of hij iets zou willen eten? Oftewel: ja natuurlijk wil ik dat. Dus ik zal met hem in contact blijven en hij komt op mijn (denkbeeldige) lijstje van de vrienden die ik in Uganda heb gemaakt.
Dan is alles versierd en gaan we ons omkleden. En dan is het tijd om naar buiten te gaan, want net buiten de deuren van de gevangenis zullen de gasten aankomen en zal later ook het officiële gedeelte plaatsvinden. Eerst lijkt het nog of er weinig mensen zijn, maar later blijkt dat er wel allerlei gasten zijn, die ik gewoon nog niet herkend heb, omdat ze allemaal gekleed zijn in uniform. Tja, dan zie ik ze aan voor de staf van Kigo, terwijl ze eigenlijk in een andere gevangenis gestationeerd zijn en speciaal voor de gelegenheid naar Kigo zijn gekomen.
Dan komt de hoogste baas van Uganda Prison Service aan. Ik heb hem eerder ontmoet. Toen mijn ouders de samenwerking officieel aangingen, was dat precies in de tijd dat ik er samen met m'n schoonzusje was. Deze man wordt gezien zoals dat in Uganda gaat, oftewel, iedereen kijkt tegen hem op en voor iedereen is het bijzonder dat hij er is. Een paar minuten later arriveert de Nederlandse ambassadeur in Uganda, die de guest of honor is deze dag. Hij wordt verwelkomd door een heel stel bewakers die een eregroet brengen.
Dan gaan de belangrijkste mensen (mijn ouders, deze hoge gasten en de directeur van deze gevangenis) even apart voor een eerste briefing. Vervolgens lopen we met alle gasten door de gevangenis om te laten zien wat er allemaal door Second Chance Support is bereikt: een kamertje voor medicijnopslag is helemaal mooi gemaakt, de ziekenzaal is helemaal opgeknapt, er is een kliniek gemaakt met verschillende kamertjes, er is een 'special ward' (speciale cel) gekomen met 22 bedden (waarvoor de dekens zijn ingezameld) voor mensen die nog wat extra moeten herstellen na een ziekbed, de verschillende schoollokalen zijn opgeknapt en er zijn tenten geplaatst voor de klassen die buiten les hebben, en tenslotte is het studiecentrum helemaal opgeknapt en verbouwd tot een ruimte met 14 computerwerkplekken (zonder internet overigens, want ongecontroleerd contact met de buitenwereld is niet toegestaan) en tafels met beklede banken en heel veel boekenkasten voor een bibliotheek. Boeken zijn er overigens nog lang niet genoeg, maar de eerste rijen zijn gevuld.
De gasten zijn erg onder de indruk van wat er allemaal bereikt is en hoe mooi het er allemaal uitziet.
Dan gaan we weer de poort uit, om - op geheel Ugandese wijze - in twee partytenten plaats te nemen. De meeste mensen op plastic stoelen, wij op wat luxere stoelen op de eerste rij. De staf van de gevangenis zit in de ene tent, wij zitten met alle andere gasten in de andere tent, precies tegenover hen. Dan volgt het hele programma, met allerlei speeches. Van de gevangenisdirecteur van Kigo, van zijn voorganger die het grootste deel van het project erbij betrokken is geweest, van mijn ouders, van het hoofd van de UPS en tenslotte ook van de ambassadeur. Er klinken veel lovende, en ook echt gemeende woorden. Vooral het feit dat een NGO (non-governmental organisation, hulporganisatie) niet alleen aan iets begint, maar ook doorgaat tot het af is, wordt geprezen en als voorbeeld gesteld voor anderen. De verrassingen tussendoor zijn toch het mooist. Een groep vrouwen van de vrouwengevangenis komt zingen, en later komt een groep van de mannengevangenis. Leider van deze groep mannen is die man waar ik mee zal gaan schrijven. Het is perfect dat hij nu buiten de poort is. We hadden gevraagd of hij er bij mocht zijn, maar dat leek niet mogelijk. Nu was hij er toch. Ik had gezien dat hij er was, dus geef ik mn vader een seintje en zo kon hij aan het eind van mn vaders speech naar voren worden gehaald. Mn vader stelde hem namelijk als voorbeeld, zei dat het zijn held is, hoe iemand als hij volledig voor anderen werkt in de gevangenis en hoe hij een inspiratiebron is geweest voor mn vader op momenten dat het moeilijk was.
Uiteraard heb ik genoten van het zingen van beide groepen!
Na het officiële deel was er wat te eten voor alle aanwezigen (vooral voor de staf een hele happening, want dit zijn toch ook doodgewone Ugandezen die ook geen hoge levensstandaard hebben) en ik ben nog even naar binnen geweest met een paar Nederlandse gasten die net niet op tijd hadden kunnen komen. Met binnen bedoel ik overigens niet dat je een dak boven je hoofd hebt, want dat is maar een klein stukje en dan sta je op een enorme binnenplaats. Binnen is daar waar je bij de gevangenen bent, de plek waar ik dan toch het liefste ben. Maar ja, eten terwijl de gevangenen toekijken is ook geen optie, dus daarom heeft t officiële deel buiten plaatsgevonden.
Rond een uur of 8 worden we weer opgehaald en naar huis gebracht. Het was een mooie middag, waarbij de gevangenen toch nog een klein beetje hebben kunnen meegenieten. Ze genieten in elk geval van alle versieringen en hebben rijen dik staan kijken toen de hoge gasten langs kwamen.

Op vrijdag begin ik de dag goed met een nieuwe Ugandese vriend. Het is Walter van de toeristische bodaboda-tour die we twee weken eerder hebben gedaan. Ik heb via Facebook contact met hem gehouden. Hij heeft t goed voor elkaar, heeft een iPhone met 3G, en kan dus makkelijk facebooken. Hij komt langs om samen met mij te hardlopen. Het is een echte charmeur. Hij kan heel goed hardlopen, kan de marathon uitlopen, dus ik heb m al gewaarschuwd dat ik zo goed niet ben. Maar hij noemt zichzelf een sociale renner en zegt dat t echt geen probleem is. En tijdens het lopen blijft ie me complimentjes geven dat ik t goed doe. Zoals gezegd een echte charmeur, maar ach, het is natuurlijk wel leuk! Hij neemt me zelfs mee voor een extra stukje en dus komen we aan de oever van Lake Victoria. Daar kent ie de jongens, dus worden er foto's gemaakt en meteen op Facebook gepost.
Na het hardlopen gaat ie mee naar ons appartement om een douche te nemen en met ons te ontbijten. Net als meer jongens hier, is hij erg geïnteresseerd om van alles te horen van westerlingen en van m'n vader in t bijzonder. Zelf vind ik t vooral leuk om hem te vertellen over m'n bezoek aan Jennefer. Zij leeft in de omstandigheden waarin hij is opgegroeid. Hij heeft zich een weg gewerkt naar een goed leven en daarom is t zo boeiend om van hem te horen hoe het leven in het binnenland is en hoe hij daar tegenaan kijkt.
Na een uitgebreid ontbijt en heel wat kletsen, is t tijd om te gaan. Walter is met de auto en hij is zo vriendelijk om ons naar het centrum te brengen. Dat is een luxe rit vergeleken met de matatu die we normaal nemen!
M'n moeder en ik gaan naar de handwerkmarkt om nog wat souvenirs voor onszelf en anderen te kopen.
Daarna moeten we opschieten, want we hebben afgesproken met weer een Ugandese vriend. Dit keer iemand die ik al langer ken. We gaan met elkaar naar de universiteit waar hij heeft gestudeerd voor maatschappelijk werker. Het is bijzonder; deze jongeman is ook vanuit het niks gekomen, heeft door omstandigheden zes jaar in de gevangenis gezeten, in die tijd z'n middelbare school diploma gehaald en is daarna dus toegelaten tot de universiteit, waar hij tot de beste leerlingen behoorde. Echt een voorbeeld voor anderen dus, dat je door hard werken echt ergens kan komen! Hij heeft nu een baan bij de NGO van een Nederlandse vriendin van hem en ons, ook voor het werk in gevangenissen.
We gaan terug naar de faculteit waar ik 2,5 jaar geleden ook geweest ben. Daar worden tolken gebarentaal opgeleid en onze vriend is bevriend met de docent die zelf ook tolk is. Als we, na wat vertraging door oa een heftige regenbui, bij de docent aankomen, herkent hij me niet meer direct. Pas uren later realiseer ik me dat dat waarschijnlijk komt, omdat ik zoveel ben afgevallen!
Na een eerste fotosessie gaan we naar de paar studenten die er nog zijn. Een ander deel is al vertrokken vanwege de regen. We hebben een wat informele bijeenkomst waarbij ik een paar dingen vertel over de situatie in Nederland en we dat vergelijken met de situatie in Uganda.
Daarna ontmoeten we nog een dove, die naar Engeland zal gaan om te promoveren. Hij is al een aantal keer in Nederland geweest en daardoor kan hij zijn gebaren aardig aan mij aanpassen. Zo kunnen we redelijk goed met elkaar communiceren. Ik vind het fantastisch om te zien hoe hoogopgeleid deze man is, dat hij op dit niveau funtioneert. Dan gebeuren er dus goede dingen op het gebied van tolken in Uganda. Mede dankzij de inzet van tolken komen doven tot hun volle ontplooiing, kunnen ze hun potentieel bereiken. Mooi om te zien dat dat nu gebeurt.
Onze docent is een van de pioniers die dat mogelijk maakt. Hij is zelf ook bezig om te promoveren, op het gebied van lesgeven aan doofblinden. Verder is in al zijn verhalen duidelijk hoe hij zich heeft ingezet om de dovengemeenschap te dienen. Voor mij is het een vriend van ons (ja, ik weet het, in Uganda ben je snel iemands vriend), maar het is me duidelijk dat zijn status vergelijkbaar is met de pionier-tolken zoals we die in Nederland kennen en die wij als latere tolken ook als zodanig erkennen.
We zijn uitgenodigd om bij hem te komen eten. Hij heeft een kleine Jeep, maar het moet kunnen, zo lijkt ons, om er met z'n vijven in te passen. Dat scheelt weer een taxi en in Uganda ben je wel wat gewend. Tot we in een enorme file terecht komen en we er uiteindelijk 2,5 uur over doen om zijn huis te bereiken!! Wat hebben we een lol, opgestapeld met z'n allen in het kleine autootje. Zo zorg je ervoor dat je zo'n reis niet snel meer zal vergeten.
Bij hem thuis hebben we een heerlijke tijd. Zijn huis is nog niet helemaal af, elke keer als hij geld over heeft, kan ie het weer verbeteren. Zo is het toilet nog een gat in de grond in een stenen hokje buiten. Maar ach, ook dat vind ik inmiddels geen probleem meer. We zijn de eerste echte gasten, er is nog niet eerder een groep mensen geweest. En zeker zijn we de eerste bazungu (=meervoud van mzungu, witte) die er zijn.
Een vriendin van hem heeft heerlijk gekookt. Dus als we om 19:15 uur eindelijk arriveren, smullen we al snel van een heerlijk buffet met varkensvlees, spaghetti, rijst, chips, nootjes, saus, etc. Er staat voor ons bestek, maar ze eten normaal met hun handen, dus dat doe ik lekker mee. Ook dat went best als je het vaker doet.
Zoals ik nu meer heb meegemaakt, neemt ook deze Ugandees, die zelf een goed bestaan heeft kunnen opbouwen (althans, hij bouwt z'n huis dus in delen, maar voor Ugandeze begrippen heeft ie t als universitair docent natuurlijk goed), ook de zorg voor familieleden op zich. Hij neemt jongeren op in zijn huis, zorgt dat ze naar school gaan. Het is bijzonder om te zien hoe welvaart in dit land doorgegeven wordt, althans bij de vrienden die wij hebben.
We hebben een heerlijke tijd terwijl we met elkaar eten en we ons allemaal introduceren. Tussendoor klets ik nog wat met hem over gebarentaal en wat hij zoal doet. En dan krijgt hij een berichtje, of hij in kan vallen om het journaal van 22:00 uur (tot 22:45) te tolken. Hij doet dit in de weekenden, een collega doordeweeks. Maar die collega gaat t niet redden, dus of hij het wil doen? Natuurlijk ben ik het met hem eens dat hij het moet doen, ik begrijp dat hij niet wil dat dove mensen vanavond zonder tolk zitten (al zijn er hier natuurlijk minder doven met een tv dan in Nederland, maar toch). En het mooiste is: wij mogen dan mee! Dus kleed hij zich snel om, ik krijg als co-worker de taak z'n jasje en stropdas bij me te houden en zo vertrekken we weer met z'n allen in het kleine autootje richting het centrum. We zouden daar hoe dan ook langs moeten als hij ons thuis zou brengen, maar nu dus met een tussenstop.
We rijden ca een uur en komen dan bij het tv-station aan. Het is al 22:02 uur. Hij is niet gestresst, ach, ze beginnen met wat reclame. Ik mag mee naar binnen, drie mensen (dus ook mn ouders) zo snel introduceren gaat niet lukken. Hij regelt snel met een stagiaire dat ik voor een tv kom te zitten en dan loopt hij de studio in. Het eerste bericht heeft hij gemist, maar ach, de rest van het journaal wordt nu toch getolkt! Overigens is dit allemaal vrijwilligerswerk. Over een reiskostenvergoeding wordt gepraat. Vanwege zijn baan bij de universiteit kan hij niet dubbel betaald worden.
Ik zit dus vlakbij de studio te kijken naar een beeld dat niet scherp is. Maar ik kan de gebaren goed volgen, zie zelfs dat hij op een gegeven moment zegt dat er Luganda gepraat wordt en hij dat niet kan vertalen. Het zijn de subtiele dingen, de tolkstrategieën die ik zie, waar ik het meest van geniet. Het is zo leuk om dergelijke dingen te herkennen en te zien hoe goed het is dat dit mogelijk is!
Na de uitzending brengt hij ons thuis, het is een lange avond geworden.

En dan is het zaterdag, onze laatste dag in Uganda. Voor mij een verdrietige dag, want ik wil eigenlijk niet weg. Natuurlijk, mijn leven in Nederland is prima en het is fijn om weer naar Jitze Jan terug te gaan. Maar ik moet ook veel achterlaten in Uganda. Ik dacht dat dit mijn laatste reis naar Uganda zou zijn. Gewoon om nog een keer te beleven wat ik eerder had beleefd, maar nu met iets meer rust, omdat niet alles zo overweldigend nieuw zou zijn. Maar het werd zoveel meer dan dat! Anders dan de vorige keer, heb ik echt contact met mensen opgebouwd. Ik heb zoveel van al deze mensen geleerd. Ik zou nog zoveel meer met ze willen praten. Van hen horen hoe het is om op te groeien in een dorpje, in een klas te zitten met honderd tot tweehonderd klasgenoten. Hen aanmoedigen waar nodig, plezier met hen hebben waar dat kan, en zoveel meer. Gelukkig, met de mensen buiten de gevangenis is contact onderhouden mogelijk. Email en facebook maakt contact houden eenvoudig. Niet al m'n Ugandese vrienden hebben dagelijks toegang tot internet, maar dat is niet erg. Contact kan er zijn. Maar het meest verdrietig ben ik omdat ik weet dat ik die man in de gevangenis gedag zal gaan zeggen. Twee anderen in de gevangenis hebben hoop. Zij weten hoe lang ze nog moeten. De volgende keer dat ik Kigo binnenstap, zal ik ze niet meer aantreffen. Misschien hoor ik nog van ze, hoe het verder met ze gaat. Misschien ook niet, dat is ook goed. Maar het zal wennen zijn, een volgende keer, met nieuwe mensen. Maar die derde, degene met wie ik zal schrijven... Hij blijft. Hoe lang, dat weet ik niet. Maar het is moeilijk om hem achter te laten. Ik ben blij dat we contact zullen houden. Zo kan ik iets voor hem betekenen. En hij iets voor mij. Want het is bijzonder om iemand te hebben die je bij de les houdt, waardoor ik niet kan vergeten in welke luxe ik mag leven.
Weliswaar met een knoop in m'n maag, vertrekken we voor de laatste keer naar Kigo. We hebben een taxi laten komen, dat scheelt ons tijd en we hebben nog aardig wat mee te nemen aan workshopspullen die we over hebben en zowel bij de mannen als de vrouwen zullen achterlaten.
In Kigo aangekomen, verdelen we zeepstaven. Deze moeten we nog uitdelen aan verschillende teams die hebben geholpen bij de projecten van SCS. Omdat de bananen (matooki), die ik van Jennefers familie gekregen heb, naar de ziekenzaal (sick bay en special ward) gaan, komen gevangenen (waaronder degene met wie ik contact zal houden) die alvast, samen met de zeepstaven, halen voor het verplegend personeel (=gevangenen).
Verder nemen we afscheid van de OC, de directeur van deze gevangenis zeg maar. Hij schrikt wel een beetje als ik moet huilen. :-) Tja, wie gaat er nou huilen als je weggaat uit een gevangenis...
Daarna gaan we naar het study centre, om nog officieel de boeken aan te bieden die we hebben gekocht van het extra geld van de dekens-actie.
En dan komt het moment van afscheid. Bij het study centre is al een van de drie aanwezig. Hij vertelt me zijn verhaal, als ik hem vraag of hij ervoor zal zorgen niet opnieuw in de gevangenis te belanden na zijn vrijlating over een paar maanden. Wanneer hij precies vrijkomt, weet hij nog niet. Als er genoeg geld is, kan hij namelijk eerder vrijkomen. Is dat niet zonde van het geld, vraag ik hem? Kan je dan niet beter iets langer wachten zodat je daarna wat geld hebt? Maar nee, hoe eerder hij de deur uit kan lopen, hoe beter, dat is hem veel waard. Ik gun hem het beste, hoop dat t m lukt om een baan in de computerwereld te vinden, dat is echt zijn ding.
Dan gaan we verder, om ook de RP Boma, de gevangene die hoogst in rang is, gedag te zeggen. Ondertussen heb ik die vriend met wie ik zal schrijven al een paar keer geplaagd, dat ik hem niet wil zien, geen aandacht voor m heb. Hij weet best dat ik m juist daardoor zeg dat ik heus wel oog voor hem heb, maar dat zijn moment nog wel komt. Ik wil namelijk het liefst als laatste afscheid van hem nemen.
Met de RP Boma is het een hartelijk afscheid. Hem zal ik dus ook niet meer terugzien binnen de muren. Ik ben benieuwd of we nog wat van hem zullen horen als hij vrij is.
En dan komt ook het moment om afscheid te nemen van degene met wie ik zal blijven schrijven. Ik had er zo erg tegenop gezien, maar uiteindelijk is het juist een heel prettig moment. We hebben tijd om elkaar even persoonlijk te spreken en ik geef m een hug ten afscheid. Dan gaan we nog met hem en de RP Boma op de foto en daarna vertrekken we.
In een kantoortje zoeken mn ouders de laatste dingen uit. Nog een paar keer loop ik terug naar het hek om de binnenplaats op te kijken. Slik.... dit was het dan! Ik zwaai nog een keer naar m'n penvriend, die inmiddels alweer druk aan het werk is met het uitdelen van medicijnen, en dan stappen we echt voor de laatste keer door het kleine deurtje naar buiten.
Bij de vrouwen geven we materialen af voor het maken van meer fietsband-sieraden en dan gaan we naar het wachthuisje, om er samen met enkele anderen te wachten op de matatu.
Zo vertrekken we definitief uit Kigo. In de matatu klets ik met een stafmedewerker van de gevangenis. Het is een warme dag en ik vertel hem dat wij misschien maximaal 20 van zulke dagen per jaar hebben. Hij is echt verbaasd, kan het zich niet voorstellen.
In de stad hebben we afgesproken met de jongen met wie we eerder hebben gezwommen. Ik noem hem inmiddels mijn pleegbroertje. Hij is 24 en ziet mijn ouders echt een beetje als verzorgers of zo, dus vandaar. We gaan met elkaar verder met de matatu, eten bij een restaurantje bij ons in de buurt. Het wordt al met al een gezellige afsluiting, hoewel ik me niet helemaal happy voel. Maar het is goed om met hem te zijn, tot op het laatst omringd te zijn door bijzondere mensen. Ook dit is een bijzondere jongen, iemand die echt - met vallen en opstaan - z'n best doet om iets van het leven te maken. Van m'n ouders heeft ie bijvoorbeeld geleerd dat ie moet sparen. Dat je, als je geld hebt, er 10% van apart moet leggen, om te kunnen gebruiken voor moeilijkere tijden of voor grotere aankopen. En hij probeert dat ook echt, maar geeft ook eerlijk toe dat het niet lukt. Want op dag 1 heeft hij geld en zet hij iets opzij. Maar op dag 2 verdient hij niks en moet ie toch ook de matatu pakken of iets te eten hebben. Tja, het is niet altijd makkelijk...
Na een heerlijke maaltijd nemen we ook van hem afscheid en gaan we naar het appartement. Ik ben helemaal kapot en om 18u kruip ik onder de wol. M'n hoofd zit nog vol, uiteindelijk val ik om 20u in slaap.

Om 00:45 uur kom ik er weer uit, tijd om de laatste dingen in te pakken en ons klaar te maken voor vertrek. Om 2:00 uur zullen we naar het vliegveld gebracht worden. Alles verloopt goed en dan is het echt voorbij. Op het vliegveld lijkt het al wel of we Uganda al uit zijn. Daar heerst een andere sfeer dan in de stad. Om 5:20 uur vertrekken we, om via Istanbul weer naar Nederland te reizen. Alles verloopt goed, alleen moeten m'n moeder en ik wel erg wennen aan de vele blanke en weinig donkere mensen om ons heen.
Onderweg slaap ik weinig, ben ik nog erg in gedachten bij alles wat ik heb meegemaakt. Ik typ op m'n telefoon een lange brief aan m'n penvriend in Kigo en begin daarna aan dit dagboekje.
Om 17:00 uur landen we op Schiphol, en op dat moment voel ik dat het ook oke is om weer in Nederland te zijn. Even later zie ik een blije Jitze Jan, die ons staat op te wachten.

In de dagen die volgen, blijft het wennen. Ik heb veel meegemaakt en anders dan ik vooraf had gedacht, heeft Uganda nu een definitief plekje in mijn hart. Anders dan de vorige keer, heb ik nu vriendschappen gesloten. En op de een of andere manier alles meer meegemaakt in plaats van het alleen te ondergaan.
Ik hoop weer terug te gaan. Wanneer en hoe weet ik nog niet. Ik heb al wel een mogelijke slaapplaats, voor als ik terug zou gaan als m'n ouders er niet zijn, maar ja, ik kan natuurlijk niet zomaar weer Jitze Jan en m'n leven hier links laten liggen. Dus het zal nog wel even gaan duren. Op een dag is het weer zo ver. Drie mensen hebben me onafhankelijk van elkaar verzekerd dat ik op God moet vertrouwen. Dat Hij deze contacten niet voor niks geeft en dat Hij het dus ook verder zal leiden. Daar vertrouw ik op, althans dat probeer ik nu te doen. :-)

Dat was het dan. Ooit komt er dus een vervolg. Tot die tijd zal ik vanuit Nederland Uganda in mijn hart met me meenemen.

  • 26 Februari 2013 - 22:37

    Rosanne Faber:

    Wat een mooi verhaal weer Famke!!

  • 26 Februari 2013 - 23:10

    Ingeborg:

    Ontroerend mooi wat je schrijft...

    Liefs Ingeborg

  • 27 Februari 2013 - 08:31

    Ineke Boelens:

    Hallo Famke,

    Wat een prachtig verhaal. Het was of ik naast je heb meegelopen.

    Lieve groet, Ineke

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Famke

Actief sinds 04 Okt. 2010
Verslag gelezen: 564
Totaal aantal bezoekers 19636

Voorgaande reizen:

17 Juli 2014 - 28 Augustus 2014

Vierde reis naar Uganda

04 December 2013 - 17 Januari 2014

Naar Uganda; aan de slag in de gevangenis

06 Februari 2013 - 24 Februari 2013

Opnieuw naar Oeganda

05 Oktober 2010 - 21 Oktober 2010

Reis naar Oeganda

Landen bezocht: