13 - 26 dec: the village, moe, ziek en kerst - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van Famke Wildeman - WaarBenJij.nu 13 - 26 dec: the village, moe, ziek en kerst - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van Famke Wildeman - WaarBenJij.nu

13 - 26 dec: the village, moe, ziek en kerst

Door: Famke Wildeman

Blijf op de hoogte en volg Famke

26 December 2013 | Oeganda, Kampala

Twee weken lang heb ik geen verslag geschreven… Nu dus veel te vertellen!
Ik heb leuke dingen meegemaakt, maar ben soms ook erg moe geweest, en de laatste dagen ben ik wat ziek, waardoor ik het verslag schrijven steeds heb uitgesteld. Maar nu dan toch een poging om alles te vertellen van de afgelopen weken.

Op dondag 13 december ben ik met Jonathan naar zijn moeder gereisd. In het centrum van Kampala ontmoetten we elkaar. Hij was netjes op tijd, ik was te laat. Ik word – volgens hem – dus al een echte Ugandees. Eerst doen we de nodige inkopen: mooie stof voor zijn moeder, waar ze een jurk van kan laten maken, verder de nodige levensmiddelen als cadeaus: suiker, rijst, zeeppoeder. Dan gaan we op zoek naar een bus. Voor dit soort langere ritten neem je bij voorkeur een grote bus. Het is ongelofelijk goedkoop: voor 5 euro per persoon zit je zo’n 3,5 uur in de bus. En dan ben je nog blij dat het snel gaat, want het is natuurlijk maar afwachten hoeveel file er (in de stad vooral) is.
De busreis verloopt prima. Het voelt als een schoolreisje, zo’n volgepakte bus met een tv voorin.
Uiteindelijk komen we aan bij het stadje waar we eruit moeten. Daar kopen we nog water en vlees, en dan gaan we met een boda op pad. Dat we met zoveel bagage en drie personen op één brommertje passen, is een wonder, maar hier in Uganda lijkt alles te kunnen. De rit duurt zo’n 3 kwartier, erg comfortabel vind ik het niet (na 100 meter hield de asfaltweg op en reden we op een onverharde weg), maar dan ineens staan we – in mijn beleving in de middle of nowhere – stil. Ineens komt er uit een klein paadje rechts een vrouw ons tegemoet en ik begrijp al snel: dat is Jonathans moeder.

En vanaf daar begon het avontuur. Vier dagen op het platteland! En het was heerlijk. Het voelde als een soort primitieve vakantie. Dat er geen elektriciteit was, miste ik niet eens, daar had ik me al op ingesteld. Een olielampje geeft ook licht. Naar het toilethuisje (met gat in de grond) nam ik eerst nog steeds een half zakdoekje mee (beetje zuinig doen), maar uiteindelijk vond ik de bladeren die er in het huisje lagen toch ook wel prima. Wassen deden we ’s avonds, als het donker is, gewoon in je nakie buiten. Voor mij werd wel water gekookt, dus ik kon me met warm water wassen.
Er waren drie huisjes: een woonhuis met een woonkamer (een bank, twee stoelen, een tafel, een kastje met een tv (die je niet gebruikt zonder elektriciteit!)) en drie slaapkamertjes. Tussen de ruimtes staan alleen muren. Het is gemaakt van stenen, met leem ertussen (denk ik). Als deuren hangt er voor elke ruimte een stuk stof.
Verder is er het oude woonhuisje, dat nu vooral als opslag wordt gebruikt, en een keuken. Dat is echt zo’n lemen hutje, waar aan één kant twee vuurplaatsjes zijn. Tussen drie stenen kan precies een pot staan, eronder wat hout voor het vuur en koken maar. Er komt vrij veel rook vrij bij het koken, dus soms hield ik het niet heel lang uit daar, maar vaker kon ik er wel ook een tijd zitten.
Naast Jonathans moeder (zijn vader leeft niet meer, die is vermoord toen hij nog geboren moest worden) zijn er nog twee jongens: Brian en Johab. De eerste woont er permanent, is een super lief jochie van een jaar of 6 die al keihard moet werken. Ik vind het niet altijd makkelijk om dat te zien. Johab is er tijdelijk, omdat het vakantie is. Hij is, denk ik, een jaar of 9. Onze tweede dag valt hij als hij met de fiets van zijn vader speelt (die dan langs komt), waardoor hij naar het ziekenhuis moet om de wond te laten verzorgen, en sindsdien is hij een beetje zielig. Maar ja, die wond zag er ook echt niet lekker uit, en het is toch al gauw drie kwartier of een uur lopen naar dat ziekenhuis, en dat elke dag. De derde keer, als zijn vader er niet meer is, gaat hij zelfs alleen.
Voor mij is het leven er makkelijk. Als het aan moeder ligt, hoef ik er als gast natuurlijk helemaal niets te doen en zit ik voortdurend op de beste stoel. Het is altijd een beetje schipperen om die gastvrijheid te respecteren en tegelijkertijd ook onderdeel van het geheel te mogen zijn. Maar dat gaat uiteindelijk prima. We liggen regelmatig lekker te niksen in de tuin, uitkijkend over het prachtige heuvellandschap. Maar daarnaast probeer ik verschillende dingen een klein beetje uit. Bonen slaan uit hun omhulsels, onkruid wieden, matooki (bananen) pellen, sugar cane eten, water halen bij een heel vies watertje… Het is allemaal maar eventjes en niets in vergelijking bij wat deze mensen hier allemaal doen, maar in elk geval krijg ik zo iets mee van het leven hier.
Verder hebben we natuurlijk veel plezier met de kinderen. Ik had bellenblaas en ballonnen meegebracht, en dat was fantastisch. De eerste of tweede dag kwamen er wat mensen, met kinderen, aan lopen. Sommige andere mensen gebruiken het terrein van Jonathans moeder om ook hun bonen te slaan bv. Eén meisje vond me eerst maar eng. Maar uiteindelijk noemde ze mij ‘my friend’. Dat was zo leuk!
Gedurende onze dagen daar bezoeken we verschillende mensen. We gaan bij vrienden en bekenden van Jonathan langs, we gaan op zondagochtend naar de kerk (na de dienst wil iedereen met me op de foto), we gaan met een boda naar een broer verderop. Deze broer heeft naast z’n kapperssalon een ruimte met tv, waar iedereen tegen betaling de voetbalwedstrijd kan komen kijken. En hij heeft veel stopcontacten, zodat mensen bij hem de mobieltjes kunnen opladen. Bij sommige bezoeken en ook in de kerk wordt er in de plaatselijke taal, Runyakole, gesproken, en is het voor mij dus een beetje saai. Maar wanneer iemand wel Engels kan, is het weer extra leuk. Het is toch echt bijzonder om zo tussen de mensen te zijn en mensen te ontmoeten die zo’n compleet ander leven hebben en tegelijkertijd net zo volop in het leven staan.
Op maandag is Jonathan jarig. Verjaardagen worden er niet gevierd, maar natuurlijk zing ik wel voor hem en heb ik een cadeautje. Even later komt er een vriend, Javis, langs. Niet voor z’n verjaardag, maar gewoon toevallig. Hij spreekt ook goed Engels, en we hebben al met al een hele gezellige dag met elkaar. Het is mooi weer en voor het eerst verbrand ik ook wat. Niet goed opgelet, hoewel we elke keer al een stuk opschuiven met onze matjes om een beetje in de schaduw te blijven.
Die middag moeten we ook weer naar huis. We moeten een boda hebben om ons terug te brengen naar het stadje. De boda-driver is niet telefonisch te bereiken, dus worden er anderen gebeld, die in de nabijheid van die chauffeur wonen, om hem te waarschuwen. De mix van moderne middelen en de ouderwetsere methoden blijft steeds verwonderen. Mobieltjes worden veel gebruikt om even bij te schijnen. Radio (op batterijen) wordt er wel geluisterd, vooral ’s ochtends vroeg en ’s avonds laat en dan ook meteen flink hard (de buren hebben er toch geen last van, die wonen een flink eind verderop).
Uiteindelijk is de boda er dan, met iets minder bagage (maar ook weer met de nodige levensmiddelen voor Jonathan) gaan we op weg naar huis. Omdat we geen plaats in een bus gereserveerd hebben en er een grote kans is dat de langskomende bussen vol zitten, besluiten we met een matatu (klein busje) naar huis te gaan. Het is wat minder comfortabel, maar het is prima te doen. Het valt gelukkig mee met files, dus al met al zijn we ook dit keer na zo’n 3,5 uur weer in de stad. Daar ontmoeten we m’n vader, eten we nog even een hapje, en gaan we richting huis.

De dagen erna blijkt het bezoek aan ‘the village’ er toch harder in te hakken dan ik had gedacht. Ik ben heel erg moe. Ik dacht dat ik het daar rustig aan had gedaan, ik had tenslotte lekker in het gras liggen slapen en we hadden even niks hoeven doen. Maar nu ben ik weer terug, en stel ik meteen weer hoge eisen aan mezelf. Vier dagen weekend gehad, nu dus weer aan de slag! Zo blijkt het niet te gaan, en dus moet ik regelmatig even bijslapen.
In die dagen bereik ik wel een aantal dingen voor Second Chance Support. We willen boeken kopen via de Kyambogo University. Die hebben via een project, Book Aid, goedkoop boeken beschikbaar voor goede initiatieven. Eerder hebben we contact gehad via email, maar concreet is het nog niet geworden. Nu kan ik er uiteindelijk op woensdag langs, en mijn verhaal maakt genoeg indruk om meteen vier dozen met boeken te verzamelen. Ik kan ze dan niet meenemen, maar deze boeken zijn in elk geval ‘in the pocket’.
Verder gaan we op donderdag samen met Nelson, de medewerker die over het onderwijs gaat, naar de grote boekhandel in de stad om schoolboeken te kopen. Op dinsdag heb ik met hem en enkele onderwijzers gekeken naar hun wensenlijst. Er zijn veel boeken die ze willen hebben, en m’n vader en ik hebben afgesproken dat we niet voor half werk willen gaan.
In het totaal gaan er zo’n 160 mannen naar school in Kigo. Er zitten in de foundation class, de laagste klas van de basisschool, 57 mannen. Wat ze in het volwassenonderwijs doen, is de basisschool inkorten van 7 naar 4 jaar. Dus Primary1 en P2 samen, P3+P4, P5+P6 en dan P7. Hoe hoger de klassen, hoe minder studenten, met in P7 en in Secondary1, S2, S3 en S4 nog zo’n 12 studenten per klas.
Ik besluit daarom dat we voor de laagste klassen de meeste boeken zullen kopen. Als er 57 mensen les krijgen, dan heb je met 20 boeken nog steeds 3 studenten die in één boek kijken. Dat is toch het minimale aantal boeken om nog enigszins te verwachten dat mensen resultaat boeken!
Zo zitten we dan bij Aristoc, de boekhandel, en bespreken we de hele lijst. De medewerker van de boekhandel heeft er gelukkig verstand van en geeft ons goed advies. Als we alle titels en aantallen hebben genoteerd, verstrijkt er heel wat tijd tot we weten wat de totaalprijs zal zijn. Die is hoger dan gehoopt, maar uiteindelijk – na nog een omeletje te hebben gegeten op ons vaste stekje, Cafe Pap – besluiten we ervoor te gaan. Al het geld dat ik de afgelopen maanden heb ingezameld en nog meer geld van SCS, wordt nu dus goed besteed aan heel veel schoolboeken. Zo hebben we in één klap gezorgd dat het onderwijs straks echt een verbeterslag kan maken. Ik vind het alleen jammer dat de school pas weer begint als ik alweer weg ben! Hier hebben ze rondom de kerst ‘grote vakantie’. Dit is voor mensen dé tijd om naar hun familie te reizen en even vrij te zijn. Hoewel het leven op veel plaatsen ook gewoon doorgaat, dag en nacht, kerst of geen kerst.

Op woensdag was ik al in m’n eentje naar Kyambogo gegaan, en op vrijdag splitsen de wegen van m’n vader en mij zich weer. De boeken van zowel Kyambogo als Aristoc moeten worden gehaald met een pick-up van de gevangenis, en dat zal m’n vader gaan doen. Want ik wil heel graag naar de andere gevangenis, Luzira, om de vriend daar te bezoeken en eindelijk eens wat meer met muziek te gaan doen aldaar. Ik had hem beloofd deze week langs te komen en vind het vervelend als dat nou niet door zou gaan. Je kan iemand in een gevangenis nu eenmaal niet even bellen om te zeggen dat het niet gaat lukken. Het oorspronkelijke plan is dat ik samen met m’n vader naar de gevangenis zal gaan, zodat hij me kan helpen om binnen te komen. De periode voor de kerst zijn ze strenger, al hebben wij duidelijk toestemming voor de volledige periode, en m’n vader is overal wel bekend, maar ik niet. Maar als we in de stad zijn, blijkt de pick-up al onderweg, en zegt m’n vader dat ik het alleen ook wel red. Oke, nieuwe uitdaging, ik ga ervoor!
Al met al gaat het goed en laten ze me overal binnen. Als ik eenmaal in de ‘hoofd’gevangenis ben, vind ik twee bewakers die ik ken, en op wiens steun ik altijd kan rekenen. Het is hier nu eenmaal erg belangrijk om een beetje je contacten te weten.
Ik ga eerst de boma (binnenplaats) op, en laat die vriend halen. Terwijl ik in de reception room wacht, staat er ineens iemand in de deuropening. Mijn mond valt open van verbazing, en we blijven elkaar onafgebroken aankijken… WOW! Mijn vriend van de terdoodveroordeelden, die anderhalve week eerder terug zou gaan naar de rechtbank, en waarvan ik nog niet had kunnen achterhalen wat er was gebeurd, was overgeplaatst naar de algemene gevangenis! Zijn doodstraf blijkt te zijn omgezet naar 20 jaar. Na aftrek van de jaren die hij al vastzit en rekening houdend met het eerder vrijkomen bij goed gedrag, zal hij over 7 jaar vrij komen! Natuurlijk, ik wens het niemand toe nog 7 jaar in een Ugandese gevangenis te verblijven, maar er is uitzicht gekomen voor deze jongen. Hij heeft een toekomst om voor te vechten! Mijn dag kan niet meer stuk, ik ben zo super blij voor hem.
Dan komt ook mijn andere vriend, en ik spreek met hem af dat we straks met het koor kunnen gaan zingen. Ook geef ik hem mijn kerstkaart en zijn verjaardagscadeau, want hij is op eerste kerstdag jarig. Ik had destijds gehoopt zijn verjaardag in Kigo met hem te vieren, maar dat kan nu dus niet. Maar in elk geval heb ik toestemming hem het boek te geven dat ik voor hem heb meegenomen (Life without Limits van Nick Vujicic).
Ik heb ondertussen nog wat aan de andere kant, de condemn section (terdoodveroordeelden), te doen. Omdat we zoveel kerstkaarten hebben kunnen inzamelen, heb ik genoeg kaarten om ook alle terdoodveroordeelden een kaart te geven. We hebben de kaarten vorige week al aan de directeur beloofd en nu ga ik bij hem langs om ze aan hem te geven. Dat gaat allemaal makkelijk en even later ben ik weer onderweg naar de andere kant.
Het kost me vervolgens moeite om weer de boma in te komen. Degene die bij de gatelodge de regie heeft, is niet erg welwillend snel wat voor me te regelen. Maar gelukkig zie ik dan de bekende bewaker (die in z’n vrije tijd pastor is van een pinksterkerkje ergens in een dorp, en door ons gedeelde geloof hebben we een klik) en hij neemt me mee de boma in en brengt me uiteindelijk waar ik moet zijn. Deze gevangenis blijkt veel groter dan ik dacht, en van de ene (open) ruimte lopen we naar de volgende. Tja, natuurlijk is het hier groot, er zijn hier ruim 3200 gevangenen! Weliswaar gebouwd voor 500, maar toch.
In de kerk (gewoon één van de open ruimtes) vind ik dan inderdaad mijn vriend en anderen die met muziek bezig zijn. Hier is stroom, dus ze hebben hier een mengpaneel, een keyboard en tijdelijk ook een elektrisch gitaar (geleend van condemn section). Ze hebben zelfs een klein DVD-spelertje.
Met mijn vriend en enkele anderen zingen we eerst “To the River”, een lied we al eerder samen hebben gezongen en hij ooit ook in een brief heeft geschreven. Overigens met zo’n 15 herhalingen, dat is hier normaal.
Vervolgens moeten ze gaan repeteren voor de kerstdienst die ze de ochtend erna zullen hebben. Er werken twee koren samen en het is leuk om te zien wat ze hebben ingestudeerd, compleet met choreografie. Als ze klaar zijn, is het voor mij ook tijd om te gaan. Ik moet die middag nog naar Kigo en reizen kost enorm veel tijd. Mijn vriend loopt met me mee naar de uitgang. Hij vraagt me snel weer terug te komen, want we hebben elkaar nog steeds maar weinig gesproken. Ik spreek af volgende week weer te komen.
’s Middags ga ik naar Kigo. Het kost me 3 uur om van de ene gevangenis naar de andere te reizen en om 16u kom ik er eindelijk aan. Daar ontmoet ik Robert Masereka, de afande (=iemand in uniform) met wie ik alle praktische afspraken kan maken rondom de kerstkaarten en zeepjes. Met hem maak ik alle afspraken hoe we het zondag gaan aanpakken.
Dan snel met de matatu terug naar de stad, want eigenlijk zou ik om 17u in de stad zijn om Jonathan te ontmoeten. Ik pak halverwege een boda om sneller te zijn, maar uiteindelijk maakt het niet uit; we zijn toch te laat. We waren namelijk van plan om naar een show te gaan van een grote kerk, de Watoto Church. Het blijkt dat mensen er uren voor in de rij gaan staan. Wij staan nu ook in de rij, voor de show van 20u, maar helaas blijken we er toch niet in te passen. Dan maar lekker een restaurantje opzoeken en vervolgens weer naar huis. Jonathan gaat dit keer mee naar huis, dan kunnen we zaterdag ook wat dingen samen doen.

Zaterdag gaan we voor het eerst een keer niet de stad in. Een dagje rustig aan doen zou me goed moeten doen. We gaan naar het zwembad bij Cassia Lodge (een hotel hier vlakbij) en zijn er ruim vier uur aan het zwemmen en zonnen. Achteraf blijk ik behoorlijk verbrand.
Verder is het gewoon lekker een rustig dagje.

Op zondag beginnen Jonathan en ik de dag met een rondje hardlopen. Zoals verwacht is hij een stuk beter dan ik. Met zwemmen win ik met gemak van hem, hoewel hij erg z’n best doet en echt vooruitgang boekt. Maar met hardlopen lijkt ie zonder enige moeite elke heuvel op te gaan. De overwinning is hem gegund. ;-)
Dan gaan we naar Kigo. Een bijzondere dag voor mij, want we gaan de kerstkaarten en zeepjes uitdelen. Jonathan was nog een nachtje gebleven, zodat hij mee kan naar Kigo. Dat scheelt voor mij heel wat sjouwwerk.
In Kigo hoopten we nog wat tijd te hebben om een kerkdienst bij te wonen, maar al snel blijkt dat we al onze tijd nodig hebben. We hebben afgesproken de kaarten te verdelen na de telling van 12:45 uur. Voor die tijd moet alles gecensureerd worden en vervolgens gemixt en precies uitgeteld per cel. We zullen elk celhoofd de kaarten geven voor zijn mannen. Al met al zijn we er lang mee bezig met twee afandes en Jonathan, m’n vader en ik.
Dan is het zover. Alle mannen zitten gehurkt in de boma, zoals dat gaat met de tellingen. Iemand vertelt dat we straks alle celhoofden in de tent verderop willen zien. En vervolgens krijg ik nog de gelegenheid om iets te zeggen tegen de mannen. Dus daar sta ik, behoorlijk hard schreeuwend om me verstaanbaar te maken aan 1275 mannen, om hen te vertellen van al die mensen in Nederland die hen een fijne kerst willen wensen. Het wordt met groot applaus ontvangen.
In de tent delen we de kaarten uit, en vervolgens laten we dezelfde celhoofden terugkomen met bakjes en krijgen ze ook zeep. We hebben niet voor elke gevangene een zeepje, ze zullen samen moeten delen, maar hopelijk hebben ze iets om fris te kerst in te gaan.
Aan het eind van het ronddelen voel ik dat het niet goed met me gaat. Eerder had ik al gemerkt dat ik echt wat moest eten en drinken, en dat had ik toen ook gedaan, maar nu voelde ik me weer niet goed. Het was ook echt warm, en ik was natuurlijk volop in de weer. Dus vroeg ik m’n vader om een stoel, plofte erin neer om niet flauw te vallen. Even later toch maar naar het toilet, begeleid door Jonathan.
We besluiten even later wat te gaan drinken buiten de gevangenis. De stafkantine is dicht, dus gaan we wat halen bij de stafbarakken. Ik voel me misselijk worden en m’n vader regelt daar snel een afwasteil. Daar zit ik, behoorlijk oncharmant, met de twee leukste afandes, Jonathan en m’n vader, kokhalzend boven die bak. Ik geef niet over, maar het geeft wel wat opluchting. Ik voel me weer wat beter, we lopen nog even langs een aantal bezienswaardigheden (het watersysteem, de staf-clinic) en gaan daarna op huis aan. Alles lijkt eerst nog goed te gaan, maar in de matatu van de stad naar huis voel ik me weer misselijk. Ik vraag m’n vader om een plastic zak en voel daarna dezelfde oprispingen weer komen. Ook weer niet echt prettig, in een overvolle matatu, maar niks aan te doen.
Thuis hang ik ziek op de bank, terwijl m’n vader en Jonathan met de computer aan de gang gaan. Jonathan was eigenlijk van plan nog diezelfde avond naar huis te gaan, maar besluit toch nog maar even te blijven nu ik ziek ben.

De volgende ochtend, maandag 23 dec inmiddels, gaat Jonathan dan toch naar huis en m’n vader naar de stad. Ik blijf die dag thuis.
Wat me ziek heeft gemaakt, en me tot op vandaag nog steeds niet helemaal fit maakt, is me niet duidelijk. Ik ben misselijk en m’n darmen zijn van slag, maar het is niet zo dat ik helemaal niks meer kan. Toch knap ik nog niet helemaal op.
Ik denk dat het een combi is van: het warmere weer van de laatste dagen, misschien wat vochttekort, misschien iets verkeerds gegeten, overlast van de 150 – 200 muggenbulten die ik heb opgelopen, teveel gedaan en te weinig rust genomen, de spanning van die zondag van het verdelen van alle spullen… Malaria lijkt het niet te kunnen zijn, dat uit zich door koortsaanvallen en die heb ik niet.
Vanuit Nederland heb ik ORS meegenomen (tegen uitdroging) en antibiotica (ivm mijn darmziekte moet ik voorzichtig zijn), dus daar ben ik nu maar mee begonnen. Ik hoop dat het snel voor verbetering zorgt.

Wie mij goed kent, weet dat ik niet van ziek zijn houd, en dus besloot ik na één dag thuis zijn wel weer wat te gaan doen. Met m’n vader ga ik naar de stad, de laatste mobiele telefoon weggeven die ik uit Nederland had meegenomen (aan ‘airtime’Rose) en wat stroopwafeltjes uitdelen als kerstpresentje aan relaties. M’n energie is nog erg beperkt, dus we doen het rustig aan. In Cafe Pap drinken we wat en dan gaat m’n vader naar Kigo. Ik blijf in de stad, om Jonathan weer te ontmoeten. We gaan een nieuwe poging doen om naar de Watoto church te gaan. Uiteindelijk besluit ik er op m’n gemakje naar toe te lopen, hij zal iets later komen. Mensen in Uganda zijn gelukkig erg hulpvaardig, dus als je de weg vraagt, word je goed geholpen en zo kom je in je eentje gemakkelijk waar je wil zijn.
Om 13:45 uur ben ik er, en dan blijkt dat de eerste show pas om 18u begint. Maar er zijn al meer mensen aan het wachten, ze verwachten dat het erg druk zal gaan worden. Oke, dan word ik maar Ugandees en ga ik 4 uur wachten… Even later komt Jonathan en zo zitten we samen in een grote tent te wachten. Ik had een broodje hotdog gekocht, die ik in stukjes in die 4 uur oppeuzel.
Rond 16:30 uur mogen we naar binnen. We komen in een ruimte met een grote televisie. Nee toch, ik wacht toch niet uren om iets op een scherm te zien?! Alle andere mensen wachten rustig af, maar ik wil het toch weten en ga het vragen. Gelukkig blijkt dit een tussenstation. We zullen gewoon de zaal in gaan.
En inderdaad, een half uurtje later gaan we de zaal in. Daar zitten we, op houten bankjes, helemaal hutjemutje opgepropt om maar zoveel mogelijk mensen naar binnen te laten. Alles is goed georganiseerd, en de vrijwilligers vertellen ons “Merry Christmas! Het is niet erg om dicht op elkaar te zitten, het is het feest van liefde en warmte!”
Om stipt 18:00 uur begint de show. De Amerikaanse pastor komt op het podium en we zingen “Silent night”. Wow, nu is het voor mij kerst. Al die weken probeer ik naar kerst toe te leven, als ik kerstliedjes hoor op straat of de kerstversierselen zie (er zijn genoeg nepkerstbomen te zien), maar het kerstgevoel wil voor mij maar niet komen. Maar hier zingen we dan, na buiten bij het wachten al veel kerstliedjes op de achtergrond te hebben gehoord, en nu is het kerst.
Wat volgt is een weergaloze show. Een enorm koor dat prachtig zingt, 6 solisten met super goede stemmen, grappige stukken acteerwerk tussendoor… Het voelt alsof ik naar een Joop-van-den-Ende-productie kijk. Alles zit super gelikt in elkaar, de flow is goed, alles is live… Het is niet gek dat mensen hier uren voor in de rij staan.
Als het verhaal gebracht is, geeft er een jongen zijn getuigenis en vervolgens komt de pastor weer op het podium met een oproep tot bekering. Na het gebed is er een collecte tijdens het laatste grote koorlied. En dan volgt de laatste verrassing: er komt zelfs sneeuw (zeepsop) vanaf het plafond naar beneden! M’n kerstgevoel is compleet, het had niet mooier kunnen zijn.

De volgende ochtend is het dan toch echt kerstochtend. We doen er thuis niks speciaals aan. Als ik me goed had gevoeld, had ik misschien nog wel even voor croissantjes of zo gezorgd, maar nu is dat toch niet zo verstandig. Dus maken we ons op om naar Kigo te gaan.
In de stad wachten we op Jonathan. Hij is om 7:00 uur nog naar z’n eigen kerk geweest en komt daarna met ons mee naar Kigo. De matatu stroomt gelukkig langzaam vol (het is erg rustig in de stad, en de busjes rijden niet op tijden, maar vertrekken als ze vol zijn) en we gaan op weg. Het is inmiddels echt het droge seizoen, en van m’n zwarte rokje blijft niet veel meer over; wat een stoffigheid!
In Kigo lopen we eerst naar de staff church. Daar is de kerkdienst aan de gang en we sluiten aan. Gelukkig is het hier niet vreemd om halverwege binnen te komen lopen. Ik ben blij dat we in elk geval een kerkdienst bijwonen op eerste kerstdag. Het wordt een vreemde dienst; de muziek gaat niet lekker en het verhaal van de dominee is niet samenhangend (volgens Jonathan was ie van slag door onze komst, lastig is dat toch, dat mensen zich zo laten beïnvloeden door een paar blanken). Maar in elk geval ben ik in de kerk geweest, heb ik een paar schattige meiden op schoot gehad, en is de kerst toch goed begonnen.
Zoals overal moest ik ook nog een woordje zeggen, het is maar fijn dat ik altijd wel iets kan verzinnen, want je kan nergens zijn, zonder ook een spreekbeurt te krijgen. Na de kerk gaan we nog wat bellen blazen met de kinderen en dan gaan we de mannengevangenis in.
Daar zal de finale van het SCS voetbaltoernooi zijn. Elk jaar zijn er vier voetbaltoernooien die door SCS gesponsord worden met prijzen (een geit, eieren en staven zeep). Zo’n toernooi is de hele maand al bezig en nu was dus de grote finale. Jonathan en ik waren de ‘guests of honor’ (hoewel in de ogen van de meesten m’n vader dat is en blijft, maar hij had ons aangewezen). Voor alles van start ging, heb ik nog gepraat met een paar jongens. Ze waren zo blij met de kerstkaart die ze hadden gehad! Het was echt tof om dat te zien. Het is mooi om zo met die mensen te praten en te zien hoe hun leven daar is en ze op z’n minst een momentje vreugde te kunnen geven.
Toen kon het voetbal van start; Jonathan en ik moesten de teams langs om iedereen een hand te geven en vervolgens hebben we naar 1,5 uur voetbal zitten kijken. Zodra het spannender werd en het publiek enthousiaster werd, werd het steeds leuker om te zien. Ze spelen in teams van 8 mannen, omdat het veld klein is. Beide teams waren ook echt goed, en uiteindelijk won één team met 1 – 0.
Daarna volgde de prijsuitreiking. Wij moesten eerst nog speechen (natuurlijk ;-) ), en toen hebben we geholpen met het uitdelen van de prijzen. Eerst nog om-en-om, maar uiteindelijk moesten we haasten (het was al 17u geweest en dat is lock-up tijd, terug de cellen in), en gaf m’n vader de prijzen, telde ik de eieren en maakte Jonathan foto’s.
Toen het afgelopen was, zijn we de gevangenis uit gegaan. Bij de vrouwengevangenis was ook niets meer te beleven, en dus hebben we gewacht tot de matatu kwam. Die kwam gelukkig (na een half uur of zo). Nog een hele discussie gehad met de conductor, die ons extra wilde laten betalen voor de kerst. Daar gingen we niet mee akkoord (niet zozeer voor ons, maar voor de Ugandezen) en uiteindelijk wonnen we. ;-)
In de stad hebben we in een voor ons onbekend restaurantje heerlijk gegeten. Alleen at ik teveel, waardoor ik me daarna weer niet lekker voelde. Stom stom, maar ja… Die frietjes wilde ik niet op m’n bord laten liggen.
Rond 22:30 uur of zo waren we weer thuis; nog even Robbie Williams in Collegetour kijken op BVN en daarna maar naar bed gegaan.

Vandaag toch weer niet zo lekker, en besloten om de hele dag thuis te blijven. Ik hoop maar dat rust me goed doet en ik me snel weer helemaal beter voel. Ik had vanavond nog uit eten gekund met Julius, maar dat heb ik toch maar afgezegd. Hij gaat dit weekend naar zijn familie en komt in het nieuwe jaar weer terug; dan maar snel weer afspreken.

Nou, een heel verhaal, maar dan zijn jullie helemaal op de hoogte over de afgelopen weken! Als het de komende tijd beter met me gaat, volgt er vast sneller weer een volgend verslag.

Alsnog iedereen: hele fijne kerstdagen toegewenst, voor het beetje wat er nog van over is! En alvast een heel gezellig oud-en-nieuw! Ik hoop dan weer iets bijzonders mee te maken, een hele nacht bij één of ander christelijk evenement buiten, samen met Jonathan. Ik ben benieuwd, eerst maar zorgen dat ik weer helemaal fit ben. Komt goed!

  • 26 December 2013 - 18:28

    Mattie:

    Famke,

    wat een verhaal, ik wens je beterschap en Gods zegen.

    liefs Mattie

  • 27 December 2013 - 01:00

    Bea:

    Wat een prachtig verslag en wat maak je veel mee.
    Beterschap en liefs!

  • 27 December 2013 - 01:00

    Bea:

    Wat een prachtig verslag en wat maak je veel mee.
    Beterschap en liefs!

  • 27 December 2013 - 10:40

    Rita Wildeman:

    Beste Famke,heel leuk en zeer interessant om te lezen.
    Beterschap en Gellukkig Nieuwjaar
    Rita

  • 30 December 2013 - 21:36

    Nancy:

    Hoi Famke,
    Wat een lang en mooi verhaal!
    Hopelijk ben je snel weer helemaal beter en kun je weer volop genieten van de reis en de mensen :-)
    Alvast een fijne jaarwisseling!
    Groeten, Hans en Nancy, Tobias en Annick

  • 31 December 2013 - 22:41

    Teun De Jager:

    Hallo Famke,

    Nu heb ik een indruk van je belevenissen. Ik wens je veel succes met je goede werk daar. Een goede jaarwisseling toegewenst en hopelijk gaat het verder goed met je gezondheid. Geniet van de komende tijd!
    Met vriendelijke groet,
    Teun de Jager.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Famke

Actief sinds 04 Okt. 2010
Verslag gelezen: 292
Totaal aantal bezoekers 19640

Voorgaande reizen:

17 Juli 2014 - 28 Augustus 2014

Vierde reis naar Uganda

04 December 2013 - 17 Januari 2014

Naar Uganda; aan de slag in de gevangenis

06 Februari 2013 - 24 Februari 2013

Opnieuw naar Oeganda

05 Oktober 2010 - 21 Oktober 2010

Reis naar Oeganda

Landen bezocht: