27 dec - 5 jan: oud-en-nieuw; volop aan de slag
Door: Famke Wildeman
Blijf op de hoogte en volg Famke
05 Januari 2014 | Oeganda, Kampala
M’n laatste verslag ging tot de 26e, dus ik zal jullie nu bijpraten wat ik sindsdien heb gedaan. Sinds die tijd voel ik me in elk geval beter, dus dat is erg fijn. M’n energie is weer terug, ik voel me niet meer misselijk, alles is weer oke.
De 27e was een vrijdag, en dat betekent naar Luzira Upper, om mijn vriend daar te ontmoeten en met hem met muziek aan de slag te gaan. Ik ontmoet hem in de ‘reception room’ waar we vaker hebben gezeten. Ik word begeleid door mijn vaste bewaker daar, iemand die in zijn vrije tijd pastor van een pinksterkerk in een dorpje is, en waarmee ik een goede klik heb. Dus vraag ik altijd naar hem, zodat ik iemand bij me heb die welwillend is me verder te helpen. Ik klets met hem over de kerst in het dorp tot mijn vriend eraan komt. Vervolgens praat ik ca een uur met die vriend. Hij had de keer ervoor aangegeven zo graag nog wat langer met me te praten, in plaats van alleen maar te zingen, en dus nemen we er de tijd voor. Het is goed om over van alles te kunnen praten, gewoon even privé, zo anders dan wanneer je weet dat je brieven door anderen worden gelezen. Niet dat je echt over andere dingen praat, maar er is toch meer vrijheid.
Als hij z’n gitaar en bladmuziek gaat pakken, komt mijn andere vriend langs. Het is grappig hoe dat gaat: iemand ziet mij de gevangenis binnenkomen en gaat meteen naar hem op zoek, om hem te waarschuwen dat ik er weer ben. Dus dan staat ie ineens voor me.
Met elkaar gaan we zingen. Het is leuk om een aantal liederen uit te proberen van de muziek die ik heb meegenomen.
Op een gegeven moment krijgen we te horen dat we moeten afronden, en dus verlaat ik de gevangenis, loop de heuvel af, neem weer een matatu richting de stad. Daar ga ik nog even langs bij een vriendin die beltegoed verkoopt langs de straat(airtime-Rose), ik koop wat spulletjes en ontmoet Jonathan om wat te drinken.
Op zaterdag zijn we naar Kigo geweest. Jonathan ging ook mee. We wilden er nog wat foto’s maken en gewoon weer even kijken hoe alles er bij staat.
’s Avonds hebben we gegeten in een heel leuk restaurant, Jazz Ville. Het was een verlaat etentje voor Jonathans verjaardag (16 dec). Daarna ga ik met Jonathan mee naar zijn huis. Ik wil graag een keer zien hoe hij woont. Het is ongeveer zoals ik verwachtte, klein en voor Nederlandse begrippen niet te begrijpen. Maar hier is het vrij normaal (helaas) en ik vind het vooral leuk om nu te weten waar hij woont, waar hij zit als ik met hem aan het chatten of bellen ben. Het is leuk om meer van zijn leven te zien, ook al – of misschien ook juist wel – omdat het zo anders is dan mijn leven.
De volgende ochtend gaan we samen naar zijn kerk, een pinkstergemeente. De kerk heeft 3 diensten van elk 2 uur. Wij gaan naar de tweede dienst. Ook dit is weer bijzonder om mee te maken. Vooral het vele dansen (meer nog dan zingen) vind ik speciaal.
Vervolgens gaan we terug naar zijn huis, we kletsen over van alles, luisteren muziek en uiteindelijk brengt hij me terug naar het centrum van Kampala, waarna ik verder reis naar huis.
Thuisgekomen blijkt m’n vader ziek te zijn. Hij moet veel hoesten. Het blijft uiteindelijk een week aan, dus volgt er een week waarin ik veel alleen doe.
Op maandag 30 december ga ik samen met Jonathan naar Kigo. Eerst hebben we een aantal dingen die we in de stad moeten doen. Ik ga naar een kopieerwinkeltje om nog wat bladmuziek te laten kopiëren. Het meisje dat dit altijd voor ons doet, is eerst nog met een andere opdracht bezig, en al met al kost ’t me anderhalf uur. Inmiddels heeft Jonathan me gevonden. We vervolgen naar het geldwisselkantoor, waar we ook weer zo’n drie kwartier wachten. Omdat we veel geld wisselen, hebben ze het niet in het kantoor, en dus moeten we wachten tot ze het bij de centrale bank hebben gehaald. Tenslotte gaan we naar een kantoorboekhandel, waar we 25 ‘counterbooks’ (A4-schriften met harde kaft) en 50 pennen kopen, voor de leraren in Kigo en de jongens die voor de computers en de bibliotheek werken. Het is een loodzware doos, dus ik ben blij dat Jonathan mee is. Ugandezen zijn heel wat gewend en hij sjouwt de doos naar Old Park, het grote terrein vol met matatu’s waar wij onze matatu richting Kigo nemen.
De matatu’s rijden niet op tijd, zoals ons openbaar vervoer, maar op personen. Dus soms, zoals dit keer, zit je zo’n half uur te wachten tot je vertrekt. Al met al was ik om 10:00 uur in de stad, en uiteindelijk pas om 14:30 uur in Kigo. Zo gaat dat met onze dagen hier. Alles kost meer tijd dan in Nederland.
In Kigo laten we de counterbooks registreren en maken we de jongens erg blij met deze gift. Verder ga ik in gesprek met allerlei leidinggevende mensen in Kigo, om te inventariseren wat er nog moet gebeuren en dingen te regelen. Nu m’n vader ziek is, neem ik dit soort dingen op me en dat vind ik erg leuk.
Ook krijgen we, op verzoek, een rondleiding in het gedeelte waar het voedsel wordt opgeslagen. Ik was daar nog nooit geweest, en daarom vind ik het erg leuk om te zien. Er kan ook daar nog veel opgeknapt worden.
31 december, de laatste dag van het jaar! Ik ga weer naar Kigo, in m’n eentje dit keer. Ik besteed m’n tijd vooral aan de jongens van de computers en de bibliotheek. We bespreken met elkaar hoe het loopt met het registreren, hoe we problemen kunnen oplossen, en hoe we vervolgens verder kunnen met het categoriseren in de kasten en wat er verder voor nodig is. Na mijn week ziek zijn, waarbij m’n vader een en ander heeft opgestart, neem ik nu mijn project echt weer zelf op me en ik vind het steeds leuker. Het zijn twee gemotiveerde jongens, dus het is ook erg leuk om met hen te werken, hen te laten nadenken over hoe het goed kan en er samen wat moois van te maken.
M’n vader komt naar het centrum, en Jonathan ook. We hebben afgesproken met elkaar uit eten te gaan, in een restaurantje (Cafe Bravo) waar we met kerst ook lekker hebben gegeten. Ja, we gaan dus vrij vaak uit eten, maar dat kan hier dan ook vrij goedkoop. Naar een restaurantje als dit waar je echt lekker eet, betaal je zo’n 15 euro pp incl drinken. En dat zijn dus de wat duurdere etentjes… ;-)
Een bevriende bewaker, degene die over het studiecentrum gaat, komt ook en dan gaan Jonathan, Robert (die bewaker) en ik richting Kololo Airstrip. Dat is een stadion (nou ja, een groot veld met een tribune aan één kant) waar zo’n 25.000 Ugandezen samenkomen om het nieuwe jaar in te luiden. Er zijn enorm veel van dit soort evenementen in de stad; in 9 stadions en nog in heel veel andere kerken komen christenen samen. Mensen zeggen hier massaal ‘It’s good to start the new year in Gods presence’. En dus gaan mensen naar dit soort evenementen, zelfs als ze niet altijd naar de kerk gaan.
Voor mij is het een hele belevenis. Er wordt gepreekt, er wordt veel muziek gemaakt, er is veel sfeer. Mensen dansen allemaal, en soms gaan de duizenden witte plastic stoeltjes de lucht in om te feesten. Als het middernacht is, is er vuurwerk. Mensen wensen elkaar geen gelukkig Nieuwjaar, maar beginnen massaal te bidden. Iedereen heeft gebedspunten opgeschreven, je wensen voor het nieuwe jaar. Daar bid je vervolgens voor, precies op dit moment. De enveloppen, met deze wensen en ook een financiële bijdrage, worden even later opgehaald.
Uiteindelijk blijven we tot bijna 6:00 uur, we nemen dan een boda naar huis en slapen de hele ochtend.
Jonathan gaat aan het eind van de middag weer naar huis, ik blijf die dag thuis en ga een beetje op tijd naar bed. Even bijkomen van de nieuwjaarsnacht!
Op 2 januari ga ik weer naar Kigo. Met m’n vader gaat het nog steeds niet lekker, hij gaat naar het ziekenhuis. Er is niks ernstigs, het is waarschijnlijk een allergische reactie op het vele stof hier (dust), door de vele ongeasfalteerde wegen en de chaos in de stad. Hij krijgt medicijnen, dus het moet daarna beter gaan.
Ik ga met een boda naar Kigo. Ik moet zware spullen meenemen (heel veel bodylotion, shampoo, etc. voor de vrouwen) en dan is het makkelijk om op zo’n brommertje te zitten. Dan hoef ik verder niet te sjouwen.
’s Ochtends ben ik weer in het mannengedeelte en gaan we verder voor de bibliotheek. ’s Middags ga ik naar de vrouwen. Met de directeur van de vrouwen (ook een vrouw, er is alleen maar vrouwelijk personeel in een vrouwengevangenis) zoek ik uit wat ik heb meegenomen. Het koor hier in de gevangenis zal voor ons zingen en dansen, waarna ik uitdeel wat ik heb meegenomen. Al met al ben ik er de hele middag zoet mee. Maar dat geeft niks, de vrouwen zijn blij en ik ook, want ik vind het natuurlijk altijd leuk om zang en dans te zien en horen!
Daarna nog even kort terug naar de mannen, en dan met de matatu (die er gelukkig dit keer staat, ik heb ook weleens 3 kwartier moeten wachten) naar het centrum en verder, want ik ga met Julius uit eten. Het was de bedoeling dat we ook ergens zouden gaan dansen, maar dat blijkt toch niet zo geschikt te zijn op donderdag, dus dat stellen we uit. We eten weer op een gezellig plekje, vlakbij de Luzira gevangenis. Julius heeft een auto, en dus kan hij me daarna weer thuis brengen. Over restaurantprijzen gesproken: hier eten we gewoon wat simpels (geit met patat) en dan eet je met twee personen, incl drinken, voor tien euro!
Op vrijdag ga ik weer naar Luzira. Ik had de week ervoor afgesproken dat ik op tijd zou komen. Van 8:00 – 10:30 uur is er een kerkdienst, daarna is er tijd om te oefenen met het koor.
Ik ga weer met de boda en uiteindelijk ben ik rond 10:00 uur binnen. Het gaat steeds makkelijker om naar binnen te gaan. Nu ik er elke week kom, herkennen mensen me en doen ze er minder moeilijk over. Ik voel me er niet zo vrij als in Kigo, maar het wordt wel steeds beter. De bewaker-pastor brengt me naar de kerk (dat is gewoon een ruimte achterin met een zeil als dak gespannen), waar de dienst nog bezig is. Ik word gevraagd naast de ‘senior pastor’, ook een gevangene, te zitten, en mijn vriend wordt uitgenodigd ernaast te zitten. Vanuit daar maak ik het laatste half uur van de dienst mee. Zoals ik had kunnen verwachten, werd me als bezoeker gevraagd om ook nog een woordje te spreken.
Uiteindelijk is de dienst afgelopen en gaan we zingen. Het koor zingt drie nummers voor me, erg leuk om nu het koor te zien waar de vriend eerder over geschreven had. Hij geeft leiding aan het koor, en de senior pastor verzekert me dat ze blij zijn met wat hij doet.
Daarna gaan we een lied doen uit mijn gebrachte liederen. Ik kies voor ‘My redeemer lives’, omdat we dat lied ook op 31 december hebben gezongen en dat dus algemeen bekend is in de stad. Een vriend van mijn vriend speelt keyboard en is daar goed in; hij leert snel. Vervolgens leert iedereen het lied. Ik zing door een microfoon, zodat iedereen mij makkelijk kan volgen.
Hierna zingen we nog een paar andere liederen. Al met al ben ik helemaal in m’n element. Ik weet best dat het bijzonder voor deze mannen is; er komt nu eenmaal bijna nooit een vrouw de gevangenis binnen. Maar bovenal is het gewoon erg leuk om zo muziek met elkaar te maken. Ze leren de liederen echt, nu kan ik ze echt iets bijbrengen, wat ik al zo lang wilde.
’s Middags ontmoet ik Jonathan in de stad. Hij heeft een verrassing voor me; zijn goede vriend Benson is met hem mee. Leuk om hem eindelijk eens te ontmoeten! We eten wat bij Cafe Pap, en gaan vervolgens mijn lijstje afwerken. Even stroopwafeltjes brengen bij mensen van UPS, om ze een gelukkig Nieuwjaar te wensen namens SCS. Nog even langs de apotheek om iets voor in de gevangenis te kopen en op zoek naar gekleurd papier voor ons bibliotheeksysteem. Dan gaan we naar een kunstschilder. Ik heb hem in februari ontmoet en de laatste tijd wat met hem gechat. Hij had laatst een mooi schilderij gemaakt nav het laatste avondmaal, en heeft voor mij een iets aangepaste versie gemaakt. Die komt thuis boven de piano te hangen. Dus die ging ik nu kopen. We zijn er uiteindelijk ruim een uur geweest. Erg leuk om zijn ‘art gallery’ te zien en ook gezellig om hem en zijn hoogzwangere vriendin te ontmoeten.
Dan met de boda weer terug naar het centrum, nog wat boodschappen doen, Benson en Jonathan gedag zeggen en terug naar huis.
Gisteren, 4 januari, ga ik met m’n vader en Jonathan de stad in. M’n vader is het thuis zijn meer dan zat, en door de medicijnen gaat het iets beter. Dus even de stad in is een mooi opstapje. We kopen gekleurd papier (had ik de dag ervoor niet kunnen vinden), we bekijken wat gitaren in muziekwinkels en we gaan een kopje koffie / thee drinken bij Cafe Pap. Daarna gaat m’n vader terug naar huis, terwijl Jonathan en ik naar Kigo gaan. Daar gaan we weer goed aan de slag in de bibliotheek. Het registreren van de boeken in de computer schiet nu hard op. Jonathan werkt samen met de bibliothecaris; ondertussen werk ik met de computer-beheerder om etiketjes te gaan maken om de boeken te labelen. We zijn weer lekker aan het werk, ik vind het echt heel erg leuk om zo aan ons project te werken.
’s Avonds zou ik met Julius gaan dansen, maar zijn auto blijkt kapot en dus moet hij afzeggen. Jonathan was van plan om naar m’n vader te gaan, om voor hem te koken nu hij nog niet beter is. Nu mijn afspraak niet doorgaat, gaan we samen richting huis. We kopen wat lekkere dingen en maken als verrassing voor m’n vader custardvla als toetje.
Vanmorgen slapen we wat uit, en ’s middags gaan we met elkaar naar het centrum. Vanaf daar gaat Jonathan weer naar huis. Eerst hebben we nog eea gekocht in de supermarkt. M’n vader en ik gaan op bezoek bij een Ugandese vriendin, ‘airtime’-Rose, en we kopen suiker, koekjes, drinken, een stuk zeep, en schriften en pennen voor haar kinderen.
Na wat miscommunicatie vinden we elkaar uiteindelijk in het centrum en Rose neemt ons mee naar haar huis. Het is weer een echt klein kamertje, weer echt confronterend Ugandees. Twee bedden, een houten bankje, een tafeltje. Daar woont ze samen met haar zoons van 14 en 18. Er staat een heerlijke lunch voor ons klaar. Het is gebruikelijk om ’s middags warm te eten. Ik neem Afrikaanse thee (melk met een theezakje, ipv water), brood, aardappels, rijst, vlees, bruine bonen, en als toetje watermeloen. Een vriendin komt langs en blijft ook. Het wordt een gezellige tijd. Rond half 6 gaan we weer richting huis.
Nu konden we het thuis lekker makkelijk houden, we nemen alleen een tosti. En daarna dus dit verslag schrijven…
Zo, ik ben weer helemaal bij. Nog 1,5 week te gaan. Ik zou willen dat het nog langer zou duren. Ik probeer me te bedenken dat 1,5 week nog best lang is, maar elke dag realiseer ik me dat het einde toch dichterbij komt. Er is nog veel dat ik wil doen, in Kigo en ook in m’n vrije tijd. We zullen wel zien wat wel en wat niet gaat lukken. De rest schuif ik maar door tot m’n volgende keer in Uganda, want ik weet wel zeker dat ik hier weer graag terug wil komen!
De komende dagen staat er weer wat bijzonders te wachten. Morgen naar Kigo, daarna hopelijk naar Kasese en Ruimi, een uurtje of 5 ten westen van Kampala. Daar gaan we een gevangenis bezoeken, via een bekende van ons. We gaan één of twee nachten in een hotel daar, echt weer even een uitje dus. Ik ben erg benieuwd.
Voor iedereen alsnog een heel gelukkig, gezond en gezegend 2014 toegewenst!! Tot m’n volgende update.
-
05 Januari 2014 - 21:23
Rita Wildeman:
Beste Famke
Ik vind het wel leuk om je verhalen te lezen maar ze zijn te lang. Het is beter vaker een kort verhaal te doen want mensen hebben geen tijd om zo'n verhaal te lezen. Dus vaker en korter is mijn advies.
Wens je een heel gelukkig nieuwjaar ook aan je vader
Groetjes
Tante Rita -
05 Januari 2014 - 21:55
Suzanne:
Meid wat masker je een boel mee en wat zijn je verhalen interssant. Geniet van de laatste week daar. Tot snel weer hier in ins kikkerland -
12 Januari 2014 - 22:04
Bea:
Wat een mooi verhaal, ben benieuwd naar het vervolg! xxx en succes bij alles
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley